OPEN VUUR
Onder open vuur vallen onder andere kaarsen, fakkels en vuurkorven. Deze worden vaak toegepast voor de sfeer. Het is belangrijk altijd rekening te houden dat er bij open vuur kans is op brandoverslag. Wees er ook altijd zeker van dat het vuur (en eventuele smeulresten) gedoofd is.
Open vuur in de natuur is een speciaal aandachtspunt en het mogen toepassen van open vuur in tijden van droogte is iets waar toestemming voor gegeven moet worden. Raadpleeg hiervoor de gemeente, Brandweer of de gebiedsbeheerder.
Houd bij de plannen in ieder geval rekening mee dat:
- Er voldoende blusmiddelen aanwezig zijn.
- Er geen brandbare materialen kunnen worden aangestraald.
- Er een vrije ruimte rondom het open vuur (2 meter bij een standaard vuurkorf) is.
- Er toezicht is van een volwassen persoon.
TIP: bekijk de site www.natuurbrandrisico.nl om te bekijken wat het actuele natuurbrandrisico per gebied is.
BLUSMIDDELEN
De aanwezigheid van blusmiddelen bij activiteiten of op een evenement heeft als doel om een beginnende brand te kunnen bestrijden. Het is belangrijk dat het juiste type brandblusser wordt geplaatst en geschikt is voor het blussen van de brand (bijvoorbeeld schuim voor brandbare vloeistoffen). Laat je desnoods adviseren wat de beste keuze is.
Over het algemeen geldt dat:
- Blustoestellen of blusmiddelen met een inhoud van tenminste 6 Kg. of 6 L. blusstof aanwezig moeten zijn.
- De blusmiddelen zichtbaar en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn.
- Een brandblusser is gekeurd.
Bron: veiligheidsregio Twente
VERSIERINGEN
Versieringen zijn er in vele soorten en maten. Ook de brandveiligheid verschilt per soort, type en merk. Houdt er rekening mee welke versieringen je gaat gebruiken en of dit past bij het type evenement en de activiteiten die plaatsvinden.
Bij twijfel of de versieringen brandveilig zijn (bijvoorbeeld als de originele verpakking mist) kan een eenvoudige brandproef worden gedaan. Neem een monster (5 x 25centimeter) van het materiaal. Ga naar buiten en houd een uiteinde van het monster gedurende minimaal 5 seconden in een vlam, zoals van een aansteker of lucifer. Houd het monster daarbij vast met bijvoorbeeld een metalen tang en let op dat je jezelf niet brandt. Als het monster vlam heeft gevat, of nadat 5 seconden zijn verstreken, neem je de vlam van de aansteker of lucifer weg. Het materiaal moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
- Tijdens de verhitting zijn geen druppels vrijgekomen (al of niet brandend of druipend).
- Tijdens de verhitting zijn geen roetvlokken vrijgekomen.
- Het materiaal vlamt niet meer dan 15 seconden na en gloeit maximaal 60 seconden na.
Er zijn commerciële partijen die in staat zijn producten te impregneren om zo een zekere mate van brandveiligheid te krijgen. Dit is aan te tonen door een certificaat. Vraag desnoods naar de mogelijkheden.
Belangrijke aspecten bij het toepassen van versieringen zijn:
- Versieringen zijn brandveilig (laat textiel desnoods impregneren).
- Houd versieringen weg bij spots, lampen enzovoort.
- Hang plafondversieringen buiten bereik van bezoekers.
TIP: bekijk de folder Brandveilig feestvieren.
Bron: veiligheidsregio Twente
STROOMVOORZIENINGEN
Het evenement voorzien van elektriciteit kan op verschillende manieren. Van aanwezige stroom(verdeel)kasten, lokale stroompunten met gebruik van haspels tot het plaatsen van aggregaten. Let er bij het gebruik van materiaal op dat het veilig gebruikt kan worden en dat het materiaal gekeurd is.
Zorg er ook voor dat:
- Haspels volledig zijn afgerold.
- Kabels zijn afgeschermd om struikelen en beschadigen te voorkomen.
- Een noodstroom aggregaat in beginsel op 5 meter van een tent of gevel is geplaatst.
- Een blusmiddel nabij een aggregaat wordt geplaatst.
- Er bij stroomuitval een back-up is om het terrein te verlichten en/of de mensen te informeren.
- Ontoereikend voor derden, afschermen met bijvoorbeeld hekken.
VUURWERK EN SPECIAL EFFECTS
Vuurwerk en special effects zijn bijna niet meer weg te denken bij de (grotere) evenementen. Toch zijn er een aantal zaken waar je als organisator rekening mee dient te houden. Belangrijk is dat je een betrouwbare partij het vuurwerk en de special effects laat verzorgen die vooraf heeft nagedacht over de risico’s en de maatregelen om deze risico’s te beperken. Vraag altijd om een risico inventarisatie en evaluatie (RI&E).
Wil je een vuurwerkshow tijdens of als afsluiting van je evenement, dan moet je hiervoor een vergunning aanvragen bij de Provincie.
Als we praten over special effects hebben we het over confetti effecten, vuureffecten en CO₂ effecten. Voor special effects geldt geen specifieke wet- en regelgeving. Om deze reden heeft Brandweer Twente een testdag georganiseerd en zijn enkele special effects beoordeeld. Op basis van deze testdag adviseren wij gemeenten onderstaande.
Bron: veiligheidsregio Twente
Algemeen:
- Een RI&E moet op het terrein aanwezig zijn gedurende het evenement. Het gebruik hiervan moet ook worden opgenomen in het veiligheidsplan.
- De special effects mogen alleen worden opgesteld, bediend en opgeruimd door ervaren en deskundige personen.
- Alle apparatuur moet genummerd CE/TUF/TNO gecertificeerd zijn.
Confetti/streamers:
- De producten die de lucht in worden geschoten moeten altijd geïmpregneerd zijn (dit kan worden aangetoond door middel van certificaten).
- De confetti mag niet in of richting vuureffecten worden geschoten.
- Streamers en/of confetti mogen niet richting publiek worden geschoten.
Vuureffecten:
- Bij toepassing van gas moet er een veiligheidsafstand van minimaal 3 meter tot de vlam zijn (in kubusvorm, dus ook 3 meter hoger dan de maximale hoogte van de vlam).
- Bij de toepassing van brandbare vloeistof moet er een veiligheidsafstand van minimaal 5 meter tot de vlam zijn (in kubusvorm, dus ook 5 meter hoger dan de maximale hoogte van de vlam).
- Podiumonderdelen en podiumaankleding moeten brandveilig zijn (impregneren en/of aantonen door middel van certificaten).
- Drukhouders moeten tegen omvallen zijn beschermd, direct toegankelijk te zijn voor deskundigen en de ruimte moet doelmatig geventileerd worden.
CO2 effecten:
Er moet een veiligheidsafstand van minimaal 3 meter tot het publiek zijn.
De CO2 (wolk) mag niet op het publiek worden gericht of richting het publiek gaan.
Het is noodzakelijk dat de uitstroom van de machine is vastgezet.
De CO₂ cilinder moet zijn vastgezet zodat deze niet kan omvallen.
Bron: veiligheidsregio Twente
WENSBALLONNEN
Een wensballon is eigenlijk een soort heteluchtballon in het klein. Aan de onderkant van de ballon zit een brandertje (dit kan een soort aanmaakblokje zijn). Hiermee wordt de lucht in de ballon verwarmd. Dit zorgt er voor dat de wensballon opstijgt. Na het opstijgen, brandt de brander ongeveer tien minuten. Als de brander langzaam uit gaat daalt de wensballon langzaam.
De voedsel en waren autoriteit heeft een aantal strikte regels verbonden. Onderzoek van de NVWA wijst uit dat het oplaten van wensballonnen niet zonder risico is. Check website NVWA
Een wensballon mag niet worden opgelaten:
- Bij een windkracht van meer dan 2 Beaufort (Dit betekent dat hoogstens de bladeren ritselen door de wind. Windkracht 1 of 2 komt bijna niet voor in Nederland. Het aantal momenten waarop het is toegestaan om een wensballon op te laten is dus zeer beperkt.
- Bij regen of zeer vochtige lucht (bijvoorbeeld mist).
- In een periode van droogte (Vanaf code oranje is het niet meer toegestaan de ballonnen op te laten).
- Door personen jonger dan 18 jaar.
- Binnenshuis.
- In de omgeving van hoge objecten (huizen, bomen, etc.).
Daarnaast zijn ook regels over het oplaten van wensballonnen rondom vliegvelden (het betreft dan een straal van 15 kilometer).
Zie de website van Brandweer Nederland voor nog meer informatie over wensballonen. Hier vind je nog meer do’ en dont’s.
Bron: veiligheidsregio Twente